1 | Er zal een scheut voortkomen uit de boomstronk van Isaï 1)
en een twijg uit zijn wortel zal vrucht dragen. |
2 | De geest van JHWH zal daarop rusten
geest van wijsheid en inzicht geest van strategie en van macht geest van kennis van en ontzag voor JHWH. |
3 | Zijn plezier ligt in het ontzag voor JHWH:
niet naar wat zijn ogen zien zal hij richten en niet naar wat zijn oren horen zal hij [de zaken] rechtzetten. |
4 | Met gerechtigheid zal hij de geringen richten,
met billijkheid zal hij [de zaken] rechtzetten voor de armen van het land. Hij zal het land slaan met de roede van zijn mond en met de geest van wat zijn lippen [zeggen] zal hij de schurk doden. |
5 | Gerechtigheid zal de doek 2) om zijn heupen zijn
en trouw de doek om zijn lendenen. |
6 | De wolf zal bij het lam verblijven
en de panter zal bij het bokje neerliggen. Kalf en leeuwenjong en mestvee [zijn] tezamen, en een kleine jongen zal ze leiden. |
7 | De koe en de berin zullen grazen,
samen zullen hun jongen neerliggen en de leeuw — 3) als het rund zal hij stro eten. |
8 | Dan zal een baby spelen bij het hol van een slang
en naar het nest van een gifslang zal een kleuter zijn hand uitstrekken. |
9 | Zij zullen geen kwaad doen en geen verwoesting aanrichten
op heel mijn heilige berg; want vol zal de aarde zijn van het kennen van JHWH zoals de wateren de zee[bodem] bedekken. |
10 | En het zal geschieden op die dag
dat de wortel van Isaï — die staat als een banier voor de volkeren — gezocht zal worden door de natiën en zijn rustplaats 4) zal heerlijk zijn. |